QUERKY

Travelling on high altitude

12 – 18 januari 2017, door RVA

Nog enkele dagen relaxen en reflecteren we in Cusco over de fysieke en mentale indrukken die de trip naar Machu Picchu op ons heeft achter gelaten.

Dan ishet tijd voor Puno, onze laatste halte in Peru. We nemen vroeg in de ochtend de bus (nummer 19 ondertussen al) door het mooie hoogplateau van de Andes en komen ’s namiddags toe. Hongerig van de lange kilometers laten we ons even later culinair verwennen bij een Duitser (!) en informeren ons over wat er te zien valt in de stad. Veel bezienswaardigheden zijn er niet te spotten maar de drijvende rieteilanden op het Titicacameer staan bekend als een ‘must-see’. We bieden wat Soles af bij een van de vele lokale touroperators en boeken ons een tour voor de ochtend erop.

Bij dageraad staat de stad in rep en roer omwille van een staatsbezoek van de Peruviaanse president. Oeps de touroperator was dit vergeten melden, iedereen wordt een uur vroeger opgepikt en in allerijl ingescheept op de boot. Aangekomen op het rieteiland bevinden we ons in een echte ’tourist trap’. De lokale eilandbewoners staan ons, de dagelijkse lading Gringos, op te wachten en proberen ons alles van kleding tot dromenvangers aan te smeren. Vier uur later, terug op het vasteland, speelt de lokale fanfare nog steeds hetzelfde deuntje en blijkt de president nog steeds niet te zijn gearriveerd. Zuid-Amerika op zijn best 🙂

Het Titicacameer, met zijn 4000 meter boven zeeniveau het hoogst bevaarbare meer te wereld, heeft veel meer te bieden dan Puno alleen. We stappen de bus op richting Copacobana (de Boliviaanse stad, niet te verwarren met het gelijknamige strand in Rio de Janeiro) in de namiddag om de meer authentieke Titicacasfeer op te snuiven. Na een uurtje aanschuiven aan de grenspost zijn we klaar voor het Boliviaanse luik van onze reis.

Copacabana is een mooi stadje aan de zuidkant van het meer. De favoriete badplaats van de Bolivianen en een levendige mix tussen lokale Aymaru bevolking (tweede grootste bevolkingsgroep na de Quechua) en doorreizende toeristen.

Bolivianen komen niet alleen zonnebaden, ze rijden ook van heinde verre naar hier om hun auto te laten dopen. Dit zou hen beschermen tegen ongelukken en hun wagen een langere levensduur geven. Geen overbodige luxe met al die wegpiraten hier op de baan. Tijdens de ceremonie wordt de auto versierd met hoeden, confetti, slingers , etc spreekt de priester enkele gebeden uit en besprenkelt het voertuig met een fles schuimwijn. De familie gaat trots samen op de foto om zich daarna de kop in te gaan zuipen in de stad. Wat kan er tenslotte nog mis gaan?

We verblijven in een heerlijke hostel die opgebouwd is in de vorm van een koepel. Een aangename stek met hangmatten in de tuin en zicht op het meer.

Van hieruit nemen we de ferry naar Isla Del Sol, het grootse en hoogste nabijgelegen eiland en volgens vele historici de bakermat van de Incacultuur. De god Inti zou er geboren zijn.

Na een half uur achter hordes toeristen te tsjokken op weg naar een Incasite laten we de meute achter ons en doorkruisen we het eiland van Noord naar Zuid. Dit levert ons prachtige vergezichten op en een van de mooiste picknickplaatsen waar de kaas op ons brood nog beter smaakt dan elders.

’s Avonds komen we onze Nederlandse Salkantayvrienden opnieuw tegen en wisselen nog wat ervaringen en plannen uit tussen pot en pint.

La paz!

Na drie nachten laten we dit kleine paradijs achter ons en zetten we onze reis verder naar La Paz. We volgen de korte route, onze bus wordt bij wijze van shortcut op een vlot gezet en over het meer gesluisd. Bij het aanzien van dit schouwspel hopen we dat onze bagage niet samen met de bus de dieperik in gaat.
La Paz is zonder twijfel de meest hectische stad die we tot zover bezocht hebben. Met zijn prachtige ligging in de vallei omringd door de bergen ligt het verkeer dagelijks in de knoop van zonsopgang tot -ondergang.

De stad is bezaaid met vele markten, van de zwarte markt waar je echt alles kan vinden tot een heksenmarkt. Hier verkopen de kramers bijvoorbeeld lamafoetussen die in de grond begraven worden als offer voor pachamama bij de bouw van een huis. We kuieren rond in de stad, nemen een van de vele kabelliften die verschillende delen van de stad verbinden en genieten van de vergezichten. We verblijven voor het eerst in een typische backpackershostel die 180 bedden telt. Hier komen we even op adem, regelen we enkele vluchten en maken we onze plannen op voor het laatste luik van onze reis.

Een activiteit die reeds voor we vertrokken bovenaan mijn lijstje stond, was het affietsen van de ‘ruta de la muerte’ of de ‘death road’. Een smalle weg door een adembenemend landschap die zijn lugubere naam dankt aan de vele ongelukken die hier gebeurd zijn en jaarlijks nog gebeuren (16 in 2016). Je start op 4600m in ruw berglandschap en eindigt talloze uren, watervallen en steengruis later op 1200m in een tropische jungleomgeving. Een absolute aanrader voor iedereen wie La Paz bezoekt en niet vies is van een goeie portie adrenaline. In onze groep zat zelfs een omaatje van 76! Wij regelden onze trip bij “gravity assisted mountainbiking” en bezochten na afloop nog een animal refugee park waar we een heerlijk buffet voorgeschoteld kregen.

Meer foto’s van de ruta de la muerte hier!

We twijfelden lang of we naar de Boliviaanse Amazone zouden vliegen. Weersvoorspellingen en
vluchtprijzen waren ons echter niet gunstig; dus we hakten deze moeilijke knoop door en beslissen om onze reis voort te zetten naar Amboro national park over Cochabamba en Santa Cruz.

Wordt vervolgd!

Comments are closed.